Literatuur
- Monde, N. van der, Geschied- en Oudheidkundige Beschrijving van de Pleinen, Straten, Stegen, Waterleidingen, Wedden, Putten en Pompen der Stad Utrecht. Deel I. Utrecht (Van der Monde), 1844; ongewijzigde herdruk Zaltbommel (Europese Bibliotheek), 1971. [375 blz. ISBN -]. Hierin onder "Abraham Dolesteeg": blz. 320 ("In deze steeg was tot in 1644 de kamer, waarin de turfvulsters van het Boveneinde vergaderden. Toen dit vertrek te koop was aangeslagen, werd haar tot dat zelfde einde aangewezen de kluis van het toegemaakte wed, bij de Rodenburgstraat." De voetnoot luidt: "Vroedschaps-Resol., 2 Mei 1644. De kamer in de Abraham Dolesteeg werd verkocht voor 500 gulden. Id. Lib., 11 Sept. 1644." - dit is de relevante tekst volledig)
- Bruijn, M.W.J. de, Elfduizend maagden, de dode hand, een onderaardse gang en de pest, de vuile woorden van de turfvulsters en nog het een en ander. Typescript, Utrecht, ongepubliceerd, 1984. Hierin "Het verblijf van de turfvulsters", blz. 9-10. (De turfvulsters hadden een 'kamer' aan de noordzijde van de Abraham Dolesteeg. In 1644 moesten ze deze verlaten en kregen ze een ruimte in het voormalige wed in de Hamburgerstraat toegewezen.) (Zie voor deze tekst: Abraham Dolesteeg; kaart 5 [1984.0400a] en verder)
- Klück, Bart, "Oude Gracht 222". In: Archeologische en Bouwhistorische Kroniek van de Gemeente Utrecht, 1989, blz. 103-104 (betreft het keldercomplex, waarvan die van het Abraham Doleklooster (onder de school Lange Nieuwstraat 7) de belangrijkste is. Deze staat in verbinding met die van Oudegracht 230 en 222, deze laatste weer met die van Oudegracht 224, 220 en een straatkelder, die het restant is van het wed van de Hamburgerstraat)